dinsdag 31 januari 2012

MAAND AFSLUITING


De praatboom met het gezelschap
 Zoals gewoonlijk waren ze aan het eind van de maand weer bij elkaar gekomen. Eerst hadden ze wat gegeten rond de paardenstallen en nu zaten ze in de praatboom. Hoe was het de afgelopen maand gegaan. Waren er rare dingen gebeurd? Nee, niet zo veel eigenlijk. Ja ze hadden het de zwarte kraaien af en toe lastig gemaakt. Telkens als een van de kraaien een walnoot kapot had laten vallen op de klinkers waren ze er als de kippen bij om er een deel van weg te kapen. Daar waren ze zo langzamerhand behoorlijk bedreven in geworden, daar was iedereen het over eens. Toch mochten de kraaien niet klagen vonden de meeste leden van de clan. Door het zachte weer was er overal genoeg te eten. Iemand uit het gezelschap vond zelfs dat sommige kraaien er wat vatsig uitzagen. Dus was het maar goed dat ze zo af en toe een nootje pikten. Al met al hadden ze een goede maand achter de rug, al was het soms wat nat. Wat de nieuwe maand zal brengen is onzeker. Het is plotseling erg koud geworden, de grond is hard bevroren en veel drinkpoeltjes zijn veranderd in ijsklompen. Een aantal wil weg, naar de kust of iets meer naar het zuiden. Ze waren het er nog niet helemaal over eens. Eerst er maar een nachtje over slapen. Nu maar eerst veren poetsen en voor het slapen gaan nog even langs de paardenstal.

zondag 29 januari 2012

Onder het rokje gekeken.


Vandaag heb ik haar onder het rokje gekeken. Op de grond lag ik en keek omhoog. Mijn merelvriendin vond het maar niks en hield mij goed in de gaten. Het sneeuwklokje werd er niet heet of koud van. Ze bloosde niet eens. Wat ik zag? Een heel mooi groen wit pettycoatje met een paar gele draadjes, verder niets. Merelvriendin was vanuit de heg in het sierappel boompje de zaak van wat dichterbij komen bekijken. Toen ik voorzichtig overeind kwam zei ze "tuk, tuk, tuk"en klapperde wat met haar vleugel. Ik begreep het al, het was weer tijd voor wat rozijntjes. Gauw een handjevol gehaald, ze zat al door het keukenraam naar binnen te kijken. Als ik naar buiten stap vliegt ze al voor me aan naar de voeder tafel. Ik hou haar mijn hand met rozijnen voor. Dat vindt ze geen goed idee en hipt op de voedertafel. Blijkbaar is ze een beetje boos vanwege dat gedoe met het rokje. De rozijntjes gaan  evengoed in rap tempo het merel maagje in. Zo zie je maar weer, ook de liefde van een merel gaat door de maag.

vrijdag 27 januari 2012

GAAT-IE-WEER

Rudbeckia nitida
Gisteren, na een hele korte start was het al snel bewolkt en 's middags regende het. Dan was het vandaag wel anders! Rustig aan, het blijft vandaag mooi weer, dan naar buiten er is nog genoeg te doen. Heerlijk buiten, maar of al dat gekruip en krom staan goed is voor mijn rug weet ik niet. ( eigenlijk niet dus.) Geen zorg, mijn rieten stoeltje is er ook nog! Boterhammetje eten buiten in de zon en uit de wind die toch al bijna niet waait. Al die uitgebloeide planten hebben zo ook hun schoonheid. 't Foto spul maar weer mee de tuin in. Deze keer twee uitgebloeide prairie planten. Prairie planten? Jazeker, dat is de laatste tuinmode van de afgelopen paar jaar. Dat is een tuin met veel siergrassen en daartussen groepen Noord-Amerikaanse planten die samen het beeld van een bloeiende prairie moeten oproepen. Een mens wil wel eens iets anders. Veel van de daarvoor gebruikte planten hadden we al generaties lang in de tuin. Nu zijn ze weer opnieuw ontdekt en men is als een gek gaan zoeken in de natuur, kruisen en kweken, om nieuwe vormen en kleuren te krijgen. Wat ik er tot nu toe van gezien heb stelde nog niet veel voor, veel te jong. Voor grote tuinen en openbaar plantsoen zie ik wel mogelijkheden. De meeste tuintjes zijn er mijns inziens te klein voor. De prairie planten die ik al jaren heb, staan ook leuk tussen super gecultiveerde en wilde inheemse plantjes. Een ratjetoe die tuin van mij, heerlijk!! Twee er van gaan hierbij op de foto. De eerste is de Rudbeckia nitida, een tot twee meter hoge geel bloeiende vaste plant. Hij bloeit in de herfst en trekt dan veel insecten en is daarbij nog een goede snijbloem ook. De tweede is de Monarda didyma bij ons wel Bergamotplant genoemd.

Monarda didyma


Een paar blaadjes door de thee en je hebt een heerlijk kopje Earl Grey, iets wat de indianen al lang voor ons deden. Drie kleuren heb ik hiervan in de tuin, een felrode, purpurrode en een wijnrrode. Het zijn echte zomerbloeiers en sterke planten die het goed doen bij mij en in de prairie tuin. Mooie bloemen hebben ze zeker maar uitgebloeid? Ook prachtig toch?

donderdag 26 januari 2012

NONNETJES

Op het Friezenveen tussen Haren en Paterswolde vertoeven  vaak een aantal winterse watergasten. Smienten, wilde eenden, grote zaagbekken en  nonnetjes. Gelukkig is de plas nog niet dichtgevroren zoals binnenkort waarschijnlijk gaat gebeuren. De nonnetjes vind ik een van de mooiste wintergasten op onze meren en plassen. Ik was dan ook blij dat er een paar aanwezig waren en dat ze vanuit de vogelkijkhut te fotograferen waren. Twee mannen en een vrouw, hoe gaat dat aflopen. Kijk maar, de foto's vertellen het verhaal.



Wie is de mooiste en sterkste?

Moeilijk kiezen, ze lijken zo erg op elkaar.

De keuze is gemaakt

De verliezer druipt af




dinsdag 24 januari 2012

Nog zo'n dag

De zon tegemoet

Nachtvorstje, gladde wegen, het wordt toch geen winter? Volgens Piet P. wordt het na het weekend wel kouder met lichte vorst in de nachten. Zodra het wat warmer is toch maar m'n tuin werk weer oppakken. Nu laat ik toch wat meer ruigte liggen, niet te netjes deze keer. Bovendien is er nog een klein hoekje wat ik wil veranderen. Daar liggen zwerfkeitjes waartussen de Ruige veldbies ( Luzula pilosa ) de overhand heeft gekregen. Mijn eigen schuld, had ik ze maar niet overal door de tuin moeten planten, maar ja ik vind ze wel aardig, vooral als ze bloeien. De wintergroene polletjes brengen fleur in de tuin in de donkere maanden. Ze zaaien zich echter geweldig uit en verdringen dan de kleinere plantjes. Tussen de grotere en sterkere planten zijn ze geen probleem. Straks maar mee aan de slag. Eerst nog wat blad en plantenresten opruimen. Na de middag staat het zonnetje lekker op mijn rug terwijl ik bezig ben. Het fototoestel ligt klaar op de rieten stoel voor het geval er zich iets laat zien. Nou dat duurt niet lang. Langs een blad van het siergras kruipt een lieveheersbeestje de zon tegemoet, even poseren wil het niet, maar uiteindelijk staat hij er op. Zo, nu weer verder, de laatste hoek opruimen voor ik de veldbiesjes te lijf ga. Juist als ik een hoopje blad op wil pakken zie ik iets bewegen. Een kevertje ligt op zijn rug te spartelen. Ik herken het direct aan zijn vorm en als hij zich omdraait is het wel heel duidelijk, een Leliehaantje ( Lilioceris lilii ). In mijn tuin staan veel lelies. In de zomer controleer ik bijna dagelijks de planten, haal de eitjes van de bladeren of verwijder de larven. Altijd ontkomen er een paar en een daarvan is nu tevoorschijn gekomen. Het zijn best wel mooie torrebeestjes, dus op de foto en daarna toch maar opruimen. Wel zielig eigenlijk, maar ik weet zeker dat er ergens nog wel een paar verstopt zitten.

Net wakker


maandag 23 januari 2012

Weer aan de schoonmaak



schone slaapster

Ha, het is droog, er is wat zon en weinig wind, tijd om de tuin verder op te ruimen. In sommige hoeken ligt te veel blad, bijeen geblazen door de wind. Veel uitgebloeide planten liggen tegen de vlakte en het siergras is zijn sier ook al kwijt. De crocusjes en sneeuwklokjes raken er onder bedolven. Sommige planten hebben zich flink uitgezaaid, vooral de grote teunisbloem. Daar zal ik een flink deel van uitsteken, enkele krijgen een ander plekje en de rest kan tot compost worden verwerkt. Als je zo bezig bent kom je nogal wat beest-achtigs tegen, kleine wantsjes, dwergcicaden, torren, pissebedden en........ slakjes, van die kleine slijmerts die nu al aan de crocussen knagen. Waar het vandaan komt weet ik niet maar staatgras kom ik overal tegen. Gelukkig zijn de polletjes er gemakkelijk uit te trekken. Goed dat het nu gebeurd want er zijn al plantjes bij met bloempluimpjes en voor je het weet zaaien ze zich uit met dit zachte weer. Het werk schiet niet erg hard op. De zon schijnt in het prieeltje, precies op de rieten stoel, de heggenmus zingt. Heerlijk even zitten en luisteren. Onder een hoop blad en mos vind ik een huisjesslak, de deur nog stijf gesloten met het door haar/hem zelf gemaakte kalk dekseltje. Onder een stukje kalksteen zitten drie kleine behaarde slakjes, die zijn al wakker. Steeds zie ik weer leuke dingetjes om op de foto te zetten. De slakken, lege zaaddozen, een halfvergaan blaadje enzovoort. Het werk vordert langzaam, maar zo is het wel genieten! Halverwege de middag jaagt een bui mij het huis weer in en hou ik het voor vandaag gezien. Morgen maar weer verder.

klein slijmertje


zondag 22 januari 2012

WINTER CYCLAAMPJE

Al een tijdje had ik ze gezien, roze knopjes, vlak boven de grond. Toen kwam er nachtvorst wel vijf graden onder nul aan de grond. Slapjes lagen ze tegen de grond. Na de regen en gestegen temperatuur stonden ze weer recht overeind alsof er niets was gebeurd. Toen kwam er weer regen, hard striemend en ook nog een zware hagelbui. En weer stonden de knopjes recht op hun ranke stengeltjes. En gisteren? Ondanks de heftige buien, maar dankzij de hogere temperatuur, stond de eerste in bloei. Een sierlijk roze bloemetje met een donker hartje. Een vrolijk klein cyclaampje, een klein teer bloempje, wiegend in de wind, ondanks alle narigheid. Daar word je blij van!
Twee jaar geleden had ik een knolletje gekocht van deze Cyclamen coum. Vanaf die tijd heeft ze steeds gebloeid, maar nooit zo vroeg. De normale bloeitijd is van februari tot maart. Dit cyclaampje van tien centimeter hoog komt in het wild voor in Bulgarije, Turkije, Noord-West Syrie, Noord-West Iran en de Kaukasus. Het is een erg variabel soortje. Soms met witte bloemetjes, soms heel donker rose en alle tinten daartussen. In de natuur groeien ze in dennen- en beukenbossen en tussen struikgewas. Tot tweeduizend meter hoog op berg hellingen zijn ze zelfs te vinden. In de tuin houden ze van een goed afwaterende grond gemengd met bladaarde. Ze doen het dan zo goed dat ze zich zelfs kunnen uitzaaien en er een heel tapijtje cyclaampjes ontstaat. De moeite waard om eens te proberen!

zaterdag 21 januari 2012

ETEN EN GEGETEN WORDEN


alles opgegeten

Donkere zwart-grijze wolken, striemende regen en een  in plastic gehuld mensengroepje, dat is een KNNV excursie, kan niet missen. Het nieuwe natuur en recreatie gebied Kardinge bij Groningen wordt verkend. De boswachter van Natuurmonumenten leidt het groepje sjompende excursiegangers rond en vertelt op aanstekelijke wijze over de schoonheid en het nut van dit nieuwe gebied. In de blog van collega blogger en mede natuurfreak Kees Boele staat iets te lezen over het afsterven van de daar geplantte essen. ( http://keesboelenatuur.blogspot.com/ ). De kwijnende en dode essen hebben ook een ander beestje naar het gebied gelokt. Het is een klein kevertje van zo'n 3 mm. groot, dat leeft tussen de bast en het spinthout van deze bomen. Essenbastkever ( Leperisinus varius ) is zijn naam. Het hoort tot de familie van de schorskevers ( Scolytidae). Na de paring knaagt het vrouwtje een gang tot soms wel 10 cm. lang in horizontale richting, onderwijl links en rechts een eitje leggend. De larfjes vreten zich van hier uit een gangetje in verticale richting van ongeveer 5 cm. lang. Hier brengt het de winter door om in april als torretje te voorschijn te komen. Als er veel van die horizontale gangen worden gemaakt, wordt de boom geringd, stopt de sapstroom en sterft de toch al kwijnende boom. Hoewel deze kevertjes ook wel leven op dode essen, helpen ze op deze manier wel mee het proces te versnellen. De monotone blokken essen zullen langzamerhand plaats gaan maken voor andere bomen en struiken. Deze worden aangevoerd door de wind, bijvoorbeeld wilgen en door vogels zoals de meidoorn, vlier en lijsterbes. Zo zal uiteindelijk een natuurlijk bos ontstaan. En de es? Ach er zullen altijd enkele zijn die de aanvallen van schimmels en kevertjes overleven en mede zorg dragen voor variatie in het nieuwe bos.
Dat niet alle kevertjes de winter zullen overleven was te zien op een gedeeltelijk ontschorst boompje. Mezen en mogelijk een bonte specht hadden de schors opengehakt en de kleintjes als lekkere voedzame hapjes naar binnen gewerkt. De balans in de natuur zal op deze manier weer in evenwicht worden gebracht

woensdag 18 januari 2012

MALUS


appeltje

Hoewel de merels goed hun best doen de sierappeltjes in mijn tuin op te eten, zit er nog heel veel aan. Het afgelopen jaar was dan ook een goed appel jaar. Op de Eshof staat een sierappel waar ook een aantal vruchten nog aan zitten en een deel er onder ligt. Gek genoeg wordt hier weinig of niet van gegeten. Mogelijk dat het na de afgelopen vorst nog komt. De vruchtjes zijn vrij hard en het duurt ook erg lang voor ze gaan rotten. Mogelijk is dat de oorzaak. Het gaat hier om de sierappel met de mooie naam, Malus tschonoskii. Deze sierappel is afkomstig uit Japan. Het is een soort die even in de handel is geweest, maar het niet echt heeft gemaakt. In de Dendrologie van de Lage Landen staat hij vermeld als grote struik, hoger dan 4 meter wordend. Op de Eshof is hij als boom aangeplant, is nu 25 jaar oud en zeker 4 meter hoog. Hij bloeit in mei met witte bloemen in tuilen. De herfstkleur is geel-oranje met een zweempje rood. Nu is hij kaal met dus nog een aantal appeltjes en hele mooie bloemknoppen. Deze zijn zeker de moeite waard om te worden bekeken, dacht ik zo. Oordeel zelf maar.

bloemknop


maandag 16 januari 2012

IJS VAN EEN NACHT

Het valt niet mee, of liever gezegd, het lukt helemaal niet zwarte spechten op de foto te krijgen.





Gelukkig ligt er nog ijs op een sloot en spartelplas 't Nije Hemelriek bij Eext.
Een goed alternatief. Mee eens?

En een mooie zonsondergang als afsluiting


vrijdag 13 januari 2012

WORTELS



wortelstok

Tijd voor een wandeling. Vandaag een rondje Paterswoldsemeer en Hoornsche dijk. Als eerste kom ik bloeiende hazelaars tegen, lekker wapperend in de wind. Gelukkig heb ik geen last van hooikoorts dus laat ik de pollen rustig over me heen waaien. Onder wat struikgewas staat zowaar een Fluitenkruid te bloeien. Op het meer dobberen meerkoeten, wilde eenden, een enkele fuut en in de verte twee grote zaagbekken. Het hoge water en de storm hebben hier en daar flink aan de oevers geknabbeld, maar door het gesteente achter de beschoeiing valt de schade mee. In de aangespoelde rommel steken hier en daar grote groene, zwartgespikkelde rupsachtige dingen omhoog. Het zijn de losgespoelde wortels van het Kalmoes ( Acorus calamus ). Een eindje verderop zie ik hele pollen bloot gespoeld, maar nog steeds goed verankerd in de bodem. Kalmoes is familie van de aronskelk ( Araceae ). Het vermoeden bestaat dat hij oorspronkelijk uit Zuid-oost Azie afkomstig is en in de zestiende eeuw in Europa is ingevoerd. Door het gebruik van kalmoes als kruid werd hij al snel in ons land verspreid. Al weer een vreemdeling die volledig is ingeburgerd. Wat zouden we zonder hem moeten, de berenburg zou heel anders smaken net als de Deventer koek. Van de plant worden hoofdzakelijk de gedroogde wortels gebruikt, Rhizoma Calami, maar ook is een kalmoesolie, Oleum Calami, bekend. Het extract uit de wortel werd gebruikt als mondspoelmiddel en kort opgekookte gemalen wortel als eetlust opwekkend middel gedronken. De olie werd in het badwater gedaan van kinderen die leden aan de Engelse ziekte ( rachitis ). Langs de Hoornsche dijk lopend hoop ik een ijsvogeltje te scoren, niet dus! Wel enkele paartjes krakeendjes die liggen te dommelen onder de overhangende takken van de wilgen langs het Hoornsche diep. In een els zit een hele zwerm putters hun buikjes vol te proppen met de elzenzaadjes. Ze morsen nog al wat zo te zien, overal op de weg liggen zaadjes. Achter een wilgenstruik kijkt een reiger me argwanend na. In een hoek met bomen en struiken zie ik nog een grote heksenkring van nevelzwammen en op een dode vlierstruik judasoren. Al met al een geslaagde wandeling.

blootgespoelde pol


dinsdag 10 januari 2012

RUSTPLAATS

Vaak was ik er al langs gereden. Nooit was ik even gestopt om rond te kijken.
Van Adorp naar Winsum kom je door Sauwerd. Net als je het dorpje weer uit rijdt ligt vlak aan de weg het oude kerkhof. Ik heb wat met oude begraafplaatsjes. Nu de mist is opgetrokken en er zelfs even een zonnetje bij komt, toch maar even de auto op het parkeerplaatsje gezet. Zoals zovele oude begraafplaatjes kom je door een groot ijzeren hek het kerkhof op. Door de manier van onderhoud, vaak vrijwilligers werk, groeit en bloeit er van alles. Mossen, paddenstoelen, allerlei leuke plantjes, oude hagen, bomen en tuinplanten die zich een plekje hebben veroverd vanaf een graftuintje. Deze begraafplaatsjes hebben een heel bijzondere eigen sfeer. Graven waar geen nabestaanden meer van zijn worden niet onderhouden en raken langzaam in verval. De vergankelijkheid van alles is hier goed waar te nemen. Gescheurde zerken, een omgevallen hekje, scheefgezakte monumenten en een langzaam verterend eikenhouten kruis. De natuur neemt gestaag graf na graf in zich op. Het zijn kleine rustpuntjes in onze drukke wereld, als je er een poosje bent hoor je de voorbij rijdende auto's niet meer. Je wordt opgenomen in een serene stilte, alleen wat ritselend blad. Een bosmuisje scharrelt zijn kostje bij elkaar. Op een ijzeren hekje zit een koolmeesje en zingt, ti-ti-tuu, ti-ti-tuu. Wat een genot!


Tegenwoordig wordt op veel begraafplaatsen geruimd. Monumenten worden weggehaald en de beenderen op een andere plek begraven, een knekelput noemt men dat. Ruimte gebrek en kosten besparing zijn daarvoor de redenen. Jammer genoeg verdwijnt er op deze manier heel wat funerair erfgoed. Gelukkig zijn er ook instanties die zich inzetten voor het behouden van oude begraafplaatsen en hun monumenten. De Vereniging Terebinth is een landelijke vereniging, in onze provincie kennen we de Stichting Oude Groninger Kerken, die voor de kerkhofjes vaak samen werkt met de Stichting Landschapsbeheer Groningen. Zo blijven deze unieke plekjes voor de toekomst bewaard. Kom je eens zo'n kerkhofje tegen, zet dan de auto aan de kant of stap van de fiets. Vaak is er wel een bankje, muurtje of hoge grafzerk waar je kunt zitten en een boterhammetje eten. Heel wat rustiger dan een picknickplek langs de weg!!

zaterdag 7 januari 2012

SNERT en een NIEUWKOMER


Schorsbreker - Vuilleminia comedens

Vandaag was het de Nieuwjaarssnertwandeling van de KNNV afdeling Groningen. In het begin van de ochtend had het nog geregend, maar tijdens de wandeling was het droog. Met vijfentwintig deelnemers het Noordlaarderbos in. Liefhebbers van de natuur, elk met zijn eigen kennis en interesse. Paddenstoelen-, plantjes-, mossen- en vogel liefhebbers. Om op de afgesproken tijd aan te kunnen schuiven bij de snert, moest de route worden ingekort. Het was droog en aangenaam in het bos en zo veel te zien, dus de snelheid was er al gauw uit. Vooral paddenstoelen en mossen, maar ook enkele vogels lieten zich zien of horen, zoals de grote bonte specht. Haarmos, Haarmuts, Laddermos, Klauwtjesmos, Pluisjesmos en Sterrenmos zagen we in overvloed. Mooi frisgroen door de ruime hoeveelheid vocht van de laatste tijd. Door het ontbreken van nachtvorsten lekker veel zwammen. Dat begon al bij de ingang van het bos met een fraaie Oesterzwam. In het bos veel open gebarsten aardappelbovisten, mooie elfenbankjes, diverse korstzwammen, een mooie schorsbreker, prachtige oranje-gele trilzwammen op afgewaaide takken en een groep nevelzwammen met opgekrulde hoed. Heel aardig vond ik het plooivlieswaaiertje, een korstzwammetje. Dit plooivlieswaaiertje ( Plicatura crispa ) is een echte nieuwkomer in ons land, die zich de laatste tijd explosief heeft verspreid. De eerste vondst stamt uit het eind van de jaren tachtig en was gedaan in Zuid-Limburg. Vandaar begon het zijn tocht naar het Noorden en had hij in 2000 heel Drenthe veroverd. Eens een zeldzame en bedreigde zwam, nu algemeen voorkomend. De vermoedelijke oorzaak? Hoe kan het ook anders, de warme zomers van de laatste decennia. Een aanwinst voor onze natuur? Bekijk de foto en oordeel zelf.


Plooivlieswaaiertje onderzijde
 O, ja de snert was heerlijk. Verzadigd en verkwikt, doch aanmerkelijk aangedikt, keerden we huiswaarts.

vrijdag 6 januari 2012

TINUS


Viburnum tinus 'Gwenllian'

Een groene winter is ook een bloemenwinter. Door het warme weer wat we nu hebben, bloeien veel planten die normaal niet zouden bloeien. Er zijn echter ook veel planten die het gewoon zijn in deze tijd te bloeien. Veelal zijn dat tuinplanten die juist daarom worden gekweekt. Het is altijd een vrolijk en opfleurend gezicht, bloeiende bloemen in dit donkere jaargetijde. Minstens zo heilzaam als een dure lichttherapie denk ik. Vandaag zag ik een mooi bloeiende Viburnum tinus, een familielid van onze inheemse Gelderse roos ( Viburnum opulus ). De in ons land zeer veel gekweekte tinus komt oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied. Vanwege zijn fraaie, vroege bloei en het groen blijvend blad is hij al eeuwen lang in cultuur. Heel vroeger werd hij bij ons vaak binnenshuis gehouden in serre's en pronkkamers. Plaatsen waar het vorstvrij en koel was. Vaak stonden ze daar in gezelschap van Azalea's en Aronskelken. Deze planten werden na de winter in de tuin gezet. Na de eerste nachtvorst werden ze dan weer binnengehaald. Mijn oma had zo'n koele kamer en ik weet nog goed hoe de zware potten naar buiten werden gezeuld en onder de pruimenboom de zomer door kwamen. In het najaar werden ze in een grotere pot gezet en weer naar binnen gebracht, een hele klus was dat. Tegenwoordig worden ze uitsluitend buiten gebruikt. Weer een duidelijk voorbeeld van de opwarming van ons aardklompje!! In de tuincentra staan ze momenteel de klanten te lokken met hun bloempluimen. Ze doen het goed in een mooie pot op het terras of balkon. Gewoon in de volle grond in de tuin kan natuurlijk ook. Let er dan wel op dat tinus erg groot kan worden, drie tot vier meter hoog en zeker zo breed! Gelukkig is hij goed te snoeien, wat na de bloei moet gebeuren. Beter is het een wat compacter blijvende soort te planten zoals de rijkbloeiende 'Gwenllian' , gevonden in Engeland in 1980.

woensdag 4 januari 2012

STORMZWAM

Onweer wind en regen deren ons niet, wij kunnen er wel tegen. Een regeltje uit een versje uit mijn jeugd. Dat soort gevoel heb ik ook, het deert mij niet. De natuur laat zijn krachten zien en waar blijven wij met onze techniek? Nergens. Het is weer alarmweer, ga niet de weg op, blijf lekker binnen. Ach wat, al die mensen die moeten werken dan? Takken waaien van de bomen, hele bomen gaan zelfs om en het water stijgt. Het is erg als je er door getroffen wordt. Niet aan denken maar en naar buiten. Heerlijk vind ik het die harde wind om m'n kop en af en toe een plensbui. Overal liggen dode takken op de grond. De meeste niet dikker dan een pols, de meeste dunner. Op mijn ommetje kom ik geen mens tegen. Dat was gisteravond. Vandaag was het een stuk rustiger en zag ik zelfs de zon nog even. De vogels voeren en dan naar de overkant de fret van de buren verzorgen. Ze zijn een paar dagen weg en dan ben ik de dierenverzorger. Thuis een kopje thee en dan eens zien of er wat te vinden is buiten. Al gauw zie ik een dode tak liggen op het mos onder de meer dan een eeuw oude rode beuk. Er liggen wel meer takken, maar deze valt mij op. Het lijkt wel of er iets op zit, iets glibberigs. Het is de zwarte trilzwam ( Exidia plana ), lekker vol gezogen met regenwater. Deze zwam kan het hele jaar door gevonden worden op afgewaaide dode takken en op stammen en stronken. Het is een liefhebber van beukenhout, maar kan ook voorkomen op ander loofhout.

maandag 2 januari 2012

EEN NIEUW JAAR

Madelief

Al mijn volgers en andere passanten wens ik een gezond en voorspoedig 2010. Wat dit jaar ons gaat brengen weet nog niemand. Voorspellingen hou ik niet van, zeker niet van die uit de politieke hoek. Het weer dan? Of de opwarming van onze aardkluit? Ik hoop het beste er maar van. Wat ik wel durf voorspellen is dat ik weer een heel jaar ga genieten van alle mooie dingen om me heen. Er is zo ontzettend veel te zien en te beleven, zelfs in het kleinste hoekje van de tuin of op een balkon. Dus ogen en oren open en kijk om je heen!! Het is op mijn kalender winter en dat is nergens te zien of te merken. Iedereen heeft het er over, dus ik ook maar. Na de enorme plensbuien van de afgelopen nacht kwam de zon vanmiddag voor de dag. Tijd voor een ommetje. Zingende vogels, bloeiende bloemen, hagen vol herfstige bladeren en in het gras paddenstoelen. Wat een begin van een nieuw jaar. Winter, voorjaar en herfst op een dag. Het wachten is nu dus op de zomer. Of komen we nog op de schaats? Niemand durft het te voorspellen. Laat maar komen wat komt.

Winterse Cantharelle