woensdag 25 juli 2012

VLEERTJE

Vleertje had zich na zijn nachtelijke strooptocht, lekker vol gegeten een plekje gezocht om de dag slapend door te brengen. Na al die koude en natte dagen was het eindelijk zomer geworden. Om lekker te genieten van een warm slaapplekje had hij zich verstopt achter een markies. Heerlijk was het daar vooral toen in de loop van de middag de zon pal op zijn slaapplaats scheen. Zo hing hij daar dromend van een tropische nacht met hele grote nachtvlinders en dikke vette torren. Opeens, help wat is dat! Met grof geweld ging de markies naar beneden. Angstig greep hij zich vast in een van de plooien, het hielp niet. Met een klap kwam het ding tot stilstand en pats daar lag hij in het gras. Verdwaasd keek hij om zich heen. Wat fel schijnt die zon toch, het doet zeer aan zijn kleine oogjes en bovendien brandt de zon ook op zijn vleervlerken. Hier moest hij weg dat was zeker. Tegen de muur opklauteren lukte niet, telkens viel hij weer naar beneden. Moeizaam kroop hij weg in de richting van een strook schaduw. Daar kwam hij terecht op een tegelpad. Gelukkig was het er een stuk koeler. Even uitrusten maar, dat gekruip over de grond viel hem erg zwaar. Plots trilde de grond en voor hij het wist werd hij opgetild. Een grote mensenhand had hem van de tegels gepakt. Wat ging er nu gebeuren, hij hijgde van schrik. Een stem zij: "Hij leeft nog, hij ademt". Ja gelukkig wel dacht Vleertje, maar wat nu, wat zal er met hem gebeuren. Hij werd in een grote kartonnen doos gezet op een plekje in de schaduw. Ja, dacht hij, daar zit ik nu mooi in zo'n doos maar hoe kom ik er weer uit. Hij wilde daar niet blijven. Hij kroop in een hoekje om bij te komen en te bedenken hoe hij er uit kon komen. Na een tijdje ging de doos weer open. Een hand pakte hem voorzichtig beet, tilde hem op en bekeek hem aandachtig. "Niet gewond," hoorde hij zeggen, "ziet er verder gezond uit". Ja dat wist hij zelf ook wel, alleen wat spierpijn van het kruipen. De man liet hem aan zijn vinger hangen. Ha dat voelde al een stuk beter. Inmiddels was de zon  achter de bomen verdwenen en kon hij eens kijken van wie die vinger was waar hij aan hing. Zo zeg, wat een grote witte baard had die kerel. Nou ja niet zo erg dacht Vleertje, maar wat gaat er nu met mij gebeuren? 'Ik neem hem mee en zal hem naar een geschikte plek brengen ", hoorde hij zeggen.
En daar ging hij, hangend aan de vinger. Na een kleine wandeling stopte de man bij een boom, tilde hem hoog op en schoof hem voorzichtig van de vinger naar de schors van de boom. Vleertje begreep wat er moest gebeuren, met zijn klauwtjes greep hij zich vast aan de schors en hup daar hing hij. Boven hem zag hij een lichte plek waar de avondzon nog even op de boom scheen. Handig klauterde hij naar boven, greep zich vast aan een schorsricheltje en ging even lekker uitpuffen. Straks als het goed begon te schemeren zal hij de boom verlaten en op jacht gaan, want wat een honger had hij gekregen van al die inspanningen.

Een waar gebeurd verhaal. Vleertje was een vleermuis, een Laatvlieger. Gelukkig was hij niet gewond en kon zich prima herstellen van de schrik. Toch is het raadzaam een vleermuis niet zondermeer op te pakken. Ze kunnen uit angst bijten, wat gevaarlijk kan zijn omdat sommige vleermuizen hondsdolheid bij zich dragen.



lekker in het avondzonnetje

Het beste is ze voorzichtig met bijvoorbeeld een kartonnetje ergens in te schuiven. Als je niet weet wat er verder met zo'n diertje moet gebeuren, kun je de dierenambulance bellen. Ook is het handig om op Vleermuis.net te kijken. Daar staan telefoonnummers en adressen van deskundigen van de vleermuiswerkgroep in heel Nederland en heel veel informatie over vleermuizen. Voor gewonde vleermuizen zijn er drie opvangplaatsen in ons land.
Ook die adressen en telefoonnummers staan op Vleermuis.net

Vleertje de Laatvlieger


zaterdag 21 juli 2012

VLAG ZONDER WIMPEL


Harenerhof in de avondzon

Na het avondeten besloot ik een korte wandeling te maken. De zon schijnt nog en wie weet wat ik tegen kom. Het Harenerhof is dichtbij en ligt lekker in de avondzon. Eindelijk zal het dan nog goed komen met de zomer, als we de weersprofeten mogen geloven. Op de ecologisch onderhouden gedeelten van deze begraafplaats staat het Jacoskruiskruid in volle bloei. Sommige planten zitten vol met de geelzwarte rupsen van de Sint Jacobsvlinder terwijl op andere planten niet een rupsje is te vinden. De plant wordt volkomen kaal gevreten, zelfs de bloemen moeten er aan geloven. Voor de zoveelste keer maak ik er wat foto's van. Ik vind ze erg fotogeniek. De reebok ziet me bezig en denkt ik sta al op de foto en gaat er vandoor. Op het pasgemaaide gazon aan de overkant hoor ik gesnuif, even kijken. Ja, hoor een dikke vette egel doet zich te goed aan slakjes, kevertjes en wormen. Hij smakt en snuift dat het een lieve lust is. Aan de rand van het gazon staan een aantal Zwarte elzen. Er zitten al weer mooie dikke groene elzenproppen aan. Vroeger gebruikten we die in onze proppenschieters. Uit een aantal van deze proppen steekt een soort vlaggetje.


grazende jacobsvlinderrups

smakkend smikkelende egel

allemaal de vlag uit

Het is de Elzenvlag, een schimmel met de mooie naam Taphrina alni. Nu ik goed rondkijk zitten er overal verspreid proppen met een vlaggetje. Het zijn allemaal vlaggetjes zonder wimpel zo te zien. Of zijn het geen vlaggetjes maar juist wimpels? Hoe dan ook, voor wie ze eens wil zien, de rest van het jaar tot in de winter blijven de vlaggetjes uitgestoken.
of is het toch een wimpel?

dinsdag 17 juli 2012

KLEIN FLADDERTJE

Gisteren en vandaag was het goed weer voor tuinwerk. De heg moest geknipt en verder ook nog genoeg te doen. Naast dat geklooi in de tuin mag ik ook graag languit ergens in het gras gaan liggen, kijken wat er allemaal gebeurd tussen de planten en langs de randen van mijn vijvertje. Het zoemt van de zweefvliegjes en bijtjes, vlinders dartelen van bloem tot bloem. Het klein koolwitje zoekt naar gezond blad van de damastbloem om haar eitjes te leggen. Het heggenmusje heeft het druk met haar jongen. Het tweede of mogelijk al haar derde nestje.Vlak naast me zie ik een heel klein vlindertje rondjes draaien op een blad. Wat zal het zijn,aandacht trekken van een vrouwtje? Ik denk het. Zoals meestal ligt mijn camera binnen handbereik en maak ik snel enkele foto's. Na het avondmaal de boeken op tafel en er achter zien te komen welk hummeltje op de foto staat. Met de Field Guide to the Micro moths kom ik op Syncopacma larseniella. Via Micrlepidoptera.nl kom ik achter zijn Nederlandse naam: Bandpalpmot.  Het is een vrij algemeen voorkomend minivlindertje wat vooral in juni en juli gezien wordt. Het rupsje leeft op Moerasrolklaver. Vandaar dat ik het zag aan de rand van mijn vijvertje waar deze plant een mooi tapijtje heeft neergelegd met gele bloemen en heerlijke malse blaadjes.

zaterdag 14 juli 2012

LIFTERS

Geel nagelkruid bloem
Soms hoef je niet bij de deur weg om natuurfoto's te kunnen maken. Dat geldt zeker als je een tuin hebt met honderden verschillende planten. Dus tussen de buien door vanmiddag even in de tuin. Overal loert het werk, omgevallen planten die een stokje nodig hebben, plantjes die opkomen op plaatsen waar ze niet welkom zijn, afgwaaide takken en takjes en het gras groeit maar door. Al doende het fototoestel bij de hand. Zo kan het gebeuren dat zo bezig zijnde je iets opvalt, er een verhaaltje bij bedenkt en er is weer een blogje geboren.

Geel nagelkruid zaadhoofdje


Na de bloei vormen alle planten zaad. Dat zaad zit soms opgeborgen in doosjes, aan een pluisje of hebben springveren. Twee soorten in mijn tuin hebben het altijd op mijn kleding voorzien. Ze hebben haakjes aan hun zaadjes waarmee ze in de natuur meeliften met voorbij komende dieren. Dat doen ze dus ook aan mijn namaakvacht, het is echt te koud om in je blootje in de tuin bezig te zijn! Toevallig gaat het hier om twee geelbloeiende planten. Het een is het Geel nagelkruid ( Geum urbanum ) een zeer algemeen voorkomende wilde plant, de ander is de Gewone agrimonie ( Agrimonia eupatoria ). Deze komt in onze omgeving niet voor in de natuur, maar is algemeen in het zuidelijk deel van ons land en doet het goed in mijn tuin. Ze horen alle twee tot de familie van de Roosachtigen ( Rosaceae ). Vooral het nagelkruid zaait zich erg uit en moet regelmatig het veld ruimen op plaatsen waar ik ze niet wil hebben, meegelift aan mijn kleding of niet.

Agrimonie bloeiwijze

Agrimonie zaadjes

maandag 9 juli 2012

BONT PROBLEEMPJE

Met enige regelmaat kom ik in de Hortus in Haren. Zo'n Hortus of Botanische tuin herbergt vaak een enorme collectie planten die je niet altijd even gemakkelijk tegenkomt op een doordeweekse wandeling. In de Harense Hortus is na de tweede wereldoorlog een pinetum, arboretum en een wilde plantentuin aangelegd. Met name de wilde plantentuin krijgt tegenwoordig veel aandacht. Bij de aanleg heeft men veel verschillende biotoopjes gecreeerd waar nu bijzondere plantengezelschappen voor komen. Deze hebben vooral de laatste tijd mijn aandacht. Over de daar voorkomende flora en het pinetum later meer. Ook spontaan aangewaaide zaken zoals paddenstoelen en mossen komen nog wel eens voorbij. Wat mij altijd erg opvalt zijn de vele insecten die je in zo'n gebiedje tegen komt. Dit wordt natuurlijk veroorzaakt door de grote variatie aan planten en micro klimaatjes. Zo kwam ik afgelopen week al rondwandelend een mooie rups tegen. Nooit zonder camera, dus een foto gemaakt. Het beestje zat met enkele broertjes of zusjes zich vol te proppen met het blad van het Helmkruid ( Scrophularia nodosa ). Het zijn de kinderen van, hoe kan het ook anders, de Helmkruidvlinder ( Shargacucullia scrophulariae ) een nachtvlinder van de uilen familie ( Noctuidae ). Zoals wel vaker het geval is met mooi gekleurde rupsen zijn de ouders maar weinig kleurrijk.
De rups van de kuifvlinder ( Shargacucullia verbasci ) lijkt sprekend op die van de helmkruidvlinder net als de vlinders die ook op elkaar lijken. Ook eten ze allebei vaak hetzelfde voedsel, blad van het Helmkruid of de Toorts ( Verbascum ). De ene is iets zeldzamer dan de ander en wil je zeker weten welke vlinder je bij de poot hebt zul je het moeten doden en de genitalien gaan onderzoeken. Dat laat ik maar achterwege. De rupsen laat ik waar ze zijn en omdat deze op het Helmkruid zaten heb ik ze maar Helmkruidvlinderrupsen genoemd. Niet erg wetenschappelijk, maar wel zo gemakkelijk.

maandag 2 juli 2012

SNUIT


hallo, ik ben Snuit de koorddansende kever

kijk, ik kan het zelfs met een poot in de lucht

oeps, dat ging niet helemaal goed, maar ik hang nog

hallo zeg, wat is dit, het stopt hier.

nou ja, ehh nou ehh, doei hoor en de groeten.