Vleertje had zich na zijn nachtelijke strooptocht, lekker vol gegeten een plekje gezocht om de dag slapend door te brengen. Na al die koude en natte dagen was het eindelijk zomer geworden. Om lekker te genieten van een warm slaapplekje had hij zich verstopt achter een markies. Heerlijk was het daar vooral toen in de loop van de middag de zon pal op zijn slaapplaats scheen. Zo hing hij daar dromend van een tropische nacht met hele grote nachtvlinders en dikke vette torren. Opeens, help wat is dat! Met grof geweld ging de markies naar beneden. Angstig greep hij zich vast in een van de plooien, het hielp niet. Met een klap kwam het ding tot stilstand en pats daar lag hij in het gras. Verdwaasd keek hij om zich heen. Wat fel schijnt die zon toch, het doet zeer aan zijn kleine oogjes en bovendien brandt de zon ook op zijn vleervlerken. Hier moest hij weg dat was zeker. Tegen de muur opklauteren lukte niet, telkens viel hij weer naar beneden. Moeizaam kroop hij weg in de richting van een strook schaduw. Daar kwam hij terecht op een tegelpad. Gelukkig was het er een stuk koeler. Even uitrusten maar, dat gekruip over de grond viel hem erg zwaar. Plots trilde de grond en voor hij het wist werd hij opgetild. Een grote mensenhand had hem van de tegels gepakt. Wat ging er nu gebeuren, hij hijgde van schrik. Een stem zij: "Hij leeft nog, hij ademt". Ja gelukkig wel dacht Vleertje, maar wat nu, wat zal er met hem gebeuren. Hij werd in een grote kartonnen doos gezet op een plekje in de schaduw. Ja, dacht hij, daar zit ik nu mooi in zo'n doos maar hoe kom ik er weer uit. Hij wilde daar niet blijven. Hij kroop in een hoekje om bij te komen en te bedenken hoe hij er uit kon komen. Na een tijdje ging de doos weer open. Een hand pakte hem voorzichtig beet, tilde hem op en bekeek hem aandachtig. "Niet gewond," hoorde hij zeggen, "ziet er verder gezond uit". Ja dat wist hij zelf ook wel, alleen wat spierpijn van het kruipen. De man liet hem aan zijn vinger hangen. Ha dat voelde al een stuk beter. Inmiddels was de zon achter de bomen verdwenen en kon hij eens kijken van wie die vinger was waar hij aan hing. Zo zeg, wat een grote witte baard had die kerel. Nou ja niet zo erg dacht Vleertje, maar wat gaat er nu met mij gebeuren? 'Ik neem hem mee en zal hem naar een geschikte plek brengen ", hoorde hij zeggen.
En daar ging hij, hangend aan de vinger. Na een kleine wandeling stopte de man bij een boom, tilde hem hoog op en schoof hem voorzichtig van de vinger naar de schors van de boom. Vleertje begreep wat er moest gebeuren, met zijn klauwtjes greep hij zich vast aan de schors en hup daar hing hij. Boven hem zag hij een lichte plek waar de avondzon nog even op de boom scheen. Handig klauterde hij naar boven, greep zich vast aan een schorsricheltje en ging even lekker uitpuffen. Straks als het goed begon te schemeren zal hij de boom verlaten en op jacht gaan, want wat een honger had hij gekregen van al die inspanningen.
Een waar gebeurd verhaal. Vleertje was een vleermuis, een Laatvlieger. Gelukkig was hij niet gewond en kon zich prima herstellen van de schrik. Toch is het raadzaam een vleermuis niet zondermeer op te pakken. Ze kunnen uit angst bijten, wat gevaarlijk kan zijn omdat sommige vleermuizen hondsdolheid bij zich dragen.
lekker in het avondzonnetje |
Het beste is ze voorzichtig met bijvoorbeeld een kartonnetje ergens in te schuiven. Als je niet weet wat er verder met zo'n diertje moet gebeuren, kun je de dierenambulance bellen. Ook is het handig om op Vleermuis.net te kijken. Daar staan telefoonnummers en adressen van deskundigen van de vleermuiswerkgroep in heel Nederland en heel veel informatie over vleermuizen. Voor gewonde vleermuizen zijn er drie opvangplaatsen in ons land.
Ook die adressen en telefoonnummers staan op Vleermuis.net
Ook die adressen en telefoonnummers staan op Vleermuis.net
Vleertje de Laatvlieger |