woensdag 11 april 2012

VOORJAARS GEZWAM


Akkerkoolroest

Na het weekje Texel en de paasdrukte is het weer tijd voor de tuin. Er moet nog worden gezaaid en geplant. Wieden is ook nodig, want de Reuzenbalsemien, Klein springzaad, Look zonder look en nog meer van dat spul hadden zich flink uitgezaaid. Natuurlijk niet alles er moet wel wat van al dat goedje blijven staan. Het is erg aardig om te zien wat er uit al die kleine kiemplantjes gaat groeien. Door jarenlang onbekende kiemplantjes te laten uitgroeien weet ik meestal wel wat het zal worden. Elk jaar kom je weer verrassingen tegen, plantjes die op komen uit door vogels uitgepoepte pitjes. Goed daarover een volgende blog meer. Terwijl ik doende was viel mijn oog op een paar verkleurde blaadjes van het rozetje van een Akkerkool ( Lapsana communis ). Er bleek een zwam op te groeien, de nerven en het blad vertoonden een oranje gekleurd bobbeltje aan de onderkant. Het bleek het Akkerkoolroest ( Puccinia lapsanaea ) te zijn. Heel wat plantensoorten hebben zo hun eigen Puccinia. Om een paar te noemen; brandnetel, zuring, vuilboom en stokroos. Een volgend zwamgevalletje groeit in mijn zithoekje met een schelpen verharding. Er staan een aantal bruinige bekertjes. Ik dacht aan een bekerzwam soort. Om aan de weet te komen welke, had ik er eentje meegegeven aan Inge Somhorst. Bij het uitgraven had ik al een vermoeden en die werd bevestigd.


Bokaalkluifzwam


Azaleaknopvreter

Het was de Bokaalkluifzwam ( Helvella acetabulum ) een voorjaarszwam met een bokaaltje inplaats van een kluifje. Niet erg zeldzaam maar wel leuk om zomaar in mijn zonnehoekje tegen te komen. Op weg om wat afval af te voeren kwam ik langs de hele grote, oude Rhododendron op het oudste gedeelte van de Eshof. Ik verheugde me al weer op de komende bloei eind mei, toen mijn oog viel op een aantal bruine knoppen. Bevroren? Nee, beter bekeken zaten er allemaal kleine zwarte knopspeldjes op. De Azaleaknopvreter ( Pycnostyanus azaleae ) liet zich zien. Deze zwam tast de hele knop aan die dan verdroogt en niet meer zal bloeien. Hij hoort bij de zogenaamde Ascomyceten en wordt bij zijn verspreiding geholpen door de Rhododendroncicade ( Graphocephala fennahi ). Zie mijn blog van 13 september 2011. Deze cicade legt van september tot oktober haar eitjes in de knoppen van de plant. Door de wondjes welke zijn ontstaan wordt de knop ge-infecteerd. Gedurende de winter groeit het mycelium in de knop en komen in het voorjaar de sporendragers naar buiten en geven hun sporen mee aan de wind

2 opmerkingen:

  1. Tjonge wat valt er nog veel te leren over de natuur, ik lees hier weer allemaal dingen die ik niet wist en waar ik natuurlijk nu wel op ga letten.
    Compliment ook voor de prachtige illustratieve foto's, die maken het zelf herkennen ook makkelijker.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hier is een echte bioloog aan het woord. Wat weet jij er veel vanaf.
    leuk om het een keer te lezen en ook te zien.
    Groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen