donderdag 29 december 2011

GEKOOID

Mijn overburen hebben muizen. Geen witte muizen, maar buitenmuizen. Alleen het vervelende is, ze zitten binnen. Op de zolder vieren ze feest. Het gaat er heftig aan toe, het lijkt soms wel of ze een klompendans uitvoeren. Dat is op zich niet zo erg, laat ze maar dansen maar waarom moet dat 's nachts als de mensen willen slapen. Dan nog, waar knagen ze aan, waar maken ze nesten en ze poepen en piesen ook nog overal. Dat kan zo niet blijven. Aanpakken dat muizenspul, alleen hoe? Muizentarwe met lekker veel vergif er op, dat zal ze wel leren. Waar blijven die dode muizen dan? Blijven ze liggen rotten ergens op zolder zodat de stank in de slaapkamer niet mer te harden is? Stel dat ze ziek en ellendig toch weer naar buiten gaan de tuin in en de kat van de buren eet ze op? Nee, dat is geen oplossing. Muizenvallen dan, van die enge dingen die met zo'n klap dicht slaan en ze de nekt breekt. Dan zit je 's morgens met zo'n dode muis met van die opengesperde ogen. Niet aan denken, wat moet dat moet. Ja maar wie haalt dat lijkje er dan uit en gooit het in de vuilcontainer? Wat een ellende. Toen de overbuurtjes gezellig een hapje kwamen eten kwam het gesprek op de zoldermuizen. Wat moesten ze er toch mee beginnen. Alle genoemde opties vonden ze eigenlijk niet erg aantrekkelijk en zeker niet diervriendelijk. Nu had ik op zolder nog een kooitje staan. Een mooi rond gevalletje van ijzerdraad met een gat aan de bovenkant. Daar kan de muis wel naar binnen, naar het stukje kaas, maar er niet weer uit. Het hele gevalletje is bevestigd op een plankje met in het midden een gat met een schuifje er voor. Het kooitje heb ik ze meegegeven om te proberen. Toen de kindertjes lekker in hun bedjes lagen en het kooitje was gezet, was het tijd voor een rustig avondje. Een anderhalf uur later, terwijl ik de vaatwasser aan het uitruimen was, buurvrouw aan de deur. Daar stond ze met het kooitje en daarin een angstig bosmuisje. Het diertje moest er uit maar ja, dat moet je wel durven en waar laat je het los.
We zijn de begraafplaats een eindje op gelopen daar kon hij mooi los gelaten worden onder de Rhododendrons. Daar aangekomen sprong het muisje ineens uit zijn kooitje. Doordat ik het wat schuin had gehouden was het schuifje open gegaan en hup weg was de muis. Gelukkig wel onder Rhododendrons.

vrijdag 23 december 2011

KERSTKIKKER EN VOGELGEZANG


klaarwakker

Zoals iedere morgen stap ik de tuin in. Een bakje vogelvoer in de ene hand en in de andere een handjevol zonnebloempitten. Het voer voor op de voedertafel heb ik verrijkt met rozijnen. Deze zijn speciaal voor mijn merelvriendin. Zodra ik de tuin in stap komt ze aangevlogen. Als ik mijn bakje heb omgekeerd zit ze op het uiterste takje van de heg te wachten tot ik een stapje terug doe. Een halve meter is genoeg, dan springt ze op de tafel en begint met haar snavel het hoopje voer uit elkaar te gooien. Het lekkerste gaat eerst naar binnen, stukjes mais en rozijnen. In het voerhuisje, hangend aan een tak, gaan de zonnebloempitten. Deze zijn voor de mezen en de groenlingen. Daarna loop ik naar de thermometer. Minimum temperatuur van de afgelopen nacht, acht graden! Werkelijk ongehoord! Daarna is de regenmeter aan de beurt. Die staat vlak bij het vijvertje. Wat is dat! Valt er iets in het water? Kan eigenlijk niet, er staat geen boom in de buurt en er is geen wind. Als ik de twee millimeter uit de regenmeter op het gazon giet zie ik wat bewegen in het vijvertje. Ja hoor, daar steekt een van de groene kikkers zijn kop boven water. Snel naar binnen het fototoestel pakken. De kikker hangt rustig aan de rand in het water tussen het mos en de foto is zo gemaakt. Nog even blijf ik staan kijken of er nog meer kikkers in aktie komen. Niets te zien, maar ik kan mijn oren bijna niet geloven in de eik achter mijn tuin zit een merel. Het is een mooie merelman en hij zingt uit volle borst. Dat heb ik nog nooit meegemaakt in mijn leven. Soms hoor je in de winter wel eens een merel zachtjes murmelend zijn stembanden uitproberen, maar zoiets, nee. Wat blijft er op zo'n manier nog over van je kerstgevoel. Ik krijg eerder last van lentekriebels. Als ik weer naar de achterdeur loop zit mijn merelvriendin in het appelboompje wat onrustig om zich heen te kijken. Ze snapt er blijkbaar ook niets meer van, kijkt mij aan met een blik van wat dat nog wordt met de kerst?? Geen idee!

beetje in de war


woensdag 21 december 2011

KERSTKAARSSPIN ( een treurig verhaaltje )

Kerstboom is bij mij een echte spar. Zo eentje waar naalden afvallen en die naar hars ruikt. Hetzelfde geldt voor de kerststukjes. Lekker fris groen zo uit de tuin. Het duurt dan vaak niet lang of er vliegt van alles door de kamer. Vliegjes, mugjes, wantsjes, lieveheersbeestjes en meer van dat spul. De natuur komt tot leven in de warme kamer. Op het salontafeltje had ik een kerstkrans gemaakt met in het midden een dikke stompkaars. Zeventig branduren stond op de verpakking. Dat leek me wel gemakkelijk, die kon het wel volhouden tot in het nieuwe jaar. Bovendien hoefde ik niet steeds op te letten om te voorkomen dat het kerststuk in vlammen op ging. Toen ik de kaars voor de tweede keer weer aanstak, rende er iets weg. Het was een klein spinnetje. Het ging op de rand van de kaars zitten kijken naar het vlammetje. Dat leek me erg link dus dirigeerde ik het beestje voorzichtig naar het kerststuk. Even later zat het toch weer op het randje van de kaars. Het vond de warmte van het vlammetje blijkbaar wel aangenaam. Op een gegeven ogenblik werd het blijkbaar toch te warm en ging het aan de zijkant zitten. Bedtijd, dus kaars uitgeblazen en naar boven. De volgende ochtend zie ik het eigenwijze beestje weer lekker op het randje zitten. 's Avonds als ik de kaars weer aansteek blijft het rustig zitten of rent soms een rondje langs het randje. Zo ging het de hele week en ik raakte een beetje aan het spinnetje gehecht. Tot vanavond. Eerst zat het nog op het randje terwijl ik de kaars aanstak en liep weer een rondje net als elke dag. Net toen ik de kaars wou uitblazen zie ik dat er een ramp is gebeurd. Het spinnetje lag met opgevouwen pootjes in het kaarsvet. Wat was er gebeurd, was ze uitgegleden? Ik weet het niet. Jammer, het was zo'n aardig gezicht dat kleine beestje op het randje. Ik mis het nu al.

maandag 19 december 2011

GEEN SNEEUW, WEL EEN KLOKJE

De afgelopen nacht had het gevroren. De paden op de begraafplaats zijn glad door de bevroren natte sneeuw en hagel. Veel van die troep is wat gesmolten, bij zonsopkomst bevroren en ligt hier en daar op het gras in de zon te glinsteren. Niet wat je noemt het witte kerst gevoel. Volgens Paulusma zal het naar het weekend toe weer warmer worden, dus zeker geen sneeuw met kerst dit jaar. Een groene kerst komt er aan. Niet erg vind ik, als het maar zonnig is en dat is nou juist zeer de vraag. Vandaag schijnt echter de zon en is er weinig wind. Tijd om eens buiten te kijken. Lekker prikkelend fris is het. Op een graftuintje staan leuke Gaultheria's. Een plantje dat vanwege zijn rode vruchtjes en altijd groene blaadjes veelvuldig wordt aan geboden in deze tijd van het jaar. Op het randje zie ik van een afstand iets wits. Toch niet.............Ja hoor toch wel. Dichterbij gekomen ontdek ik een sneeuwklokje bloeiend en wel. De bloemblaadjes devoot gevouwen om het kleine nu niet zichtbare rokje. Een lentebode vlak voor kerst, wat leuk. Ook voorgaande jaren had ik al hier en daar een sneeuwklokje zien bloeien op een zeer vroeg tijdstip in januari, maar deze spant de kroon. Het is het Turks sneeuwklokje ( Galanthus elwesii ). Deze soort komt voor in delen van de Balkan, Oekraine en West-Turkije. Een goed determinatie kenmerk zijn de brede blauwgroene bladen die in elkaar gevouwen zijn in het begin. Overigens is het een erg variabele soort en komen ook vormen voor met smal blad. De bloeitijd is meestal van februari tot maart, maar de laatste jaren al vaak in januari en nu dus nu al in december. Weer een een heel ander kerstklokje.

zaterdag 17 december 2011

GOUD-GEEL EN GEUREND


let op de meeldraadjes in het hart van de bloem.

Een tijd geleden schreef ik over mogelijk de laatste zomerbloemen van dit jaar. Het was vlak voor de eerste nachtvorst. Deze laatste bloemen bloeien nog steeds. Rozenperken waar nog steeds behoorlijk kleur op zit en dagkoekoeksbloemen die niet willen opgeven. Tegelijkertijd staan winterbloeiende struiken volop in bloei, zoals reeds gemeld. Weer is er zo'n winterbloeier in geslaagd mijn aandacht te trekken. Niet in eerste instantie door zijn bloei, maar door de heerlijke geur viel hij op. Het is de Toverhazelaar ( Hamamelis mollis ). Wie de naam toverhazelaar heeft bedacht weet ik niet, maar er klopt helemaal niets van. Er komen geen hazelnoten aan, het is in de verste verte er ook geen familie van. Goed dat er Latijnse namen zijn gegeven die over de hele wereld hetzelfde zijn, anders kon je wel een hele rare verwisseling krijgen, als je een toverhazelaar zou willen kopen in bijvoorbeeld China. China is wel zijn vaderland en dan vooral Centraal-China. Hoe ze de struik daar noemen weet ik niet, maar ook daar zullen ze hem vast wel betoverend mooi vinden. Hij bloeit van december tot maart afhankelijk van de winterse omstandigheden. Dat er in die periode wel bestuiving plaats vindt is te zien aan de vele zaaddoosjes aan de plant. Aan het takje wat ik had geplukt zat ook zo'n zaaddoosje. Terwijl ik druk doende was met mijn kerstpost hoorde ik een droge knal en rolde er een zwart glanzend zaadje over tafel. Het zou dus mogelijk moeten zijn daaruit zelf een toverhazelaar tevoorschijn te kunnen toveren. Ik ben bang dat het wel een poosje zal duren voor er een mooi bloeiend struikje uit is gegroeid.
Behalve mooie bloemen heeft de struik ook nog prachtige herfstkleuren, dus twee keer per jaar de moeite waard om in de tuin te hebben. Maar pas op! Hij wordt groot en vooral, breed. Al te vaak wordt een klein bloeiend struikje gekocht en in een klein voortuintje geplant. Het gevolg is dat er al na een paar jaar gesnoeid moet worden en er een zielig, misvormd struikje over blijft. Bezint eer ge begint!

woensdag 14 december 2011

GELATINE


Gele trilzwam

Regelmatig trekken herfststormen over in deze decembermaand. Een van de gevolgen hiervan is dat het hier en daar bezaaid ligt met dode takken en takjes. De meeste zijn flink vermolmd en in kleine stukjes gebroken. In sommige dikkere takken hebben spechten en boomklevers zitten hakken op zoek naar een vette hap. Mogelijk hebben ze daardoor de takken extra verzwakt. De takken van de eik zijn over het algemeen het meest vermolmd. De takken van de beuk zijn juist een stuk steviger. Op die dode takken groeit van alles. Ik kan het dan ook niet nalaten nu het niet meer waait en het droog is een struintochtje langs al dat afgewaaide spul te maken. Korstmosjes zijn op de meeste takken gauw te vinden en ook zwammen zitten er op. Sommige zijn zwart of grijs en wat slijmerig, andere groeien meer als een soort korstje. Er zit heel wat op zo'n dood stukje hout en dat is maar goed ook. Schimmels zorgen er voor dat het hout wordt afgebroken om weer als voedsel te dienen voor dezelfde boom of andere planten. Ineens schijn er een helder lichtje tussen al die takken, tenminste zo lijkt het. Mooi helder oranje-geel springt het direct in het oog. Het is de Gele trilzwam ( Tremella mesenterica ) een heel algemeen voorkomende soort. Als je hem opraapt lijkt het wel een gelatine trilpuddingkje. Vaak parasiteerd deze trilzwam een korstzwam van het geslacht Peniophora zoals de Paarse eikenkorstzwam ( Peniophora quercina ), een al even algemene zwam, vooral op eiken. Best leuk om na een storm eens rond te neuzen dus.

Paarse eikenkorstzwam


dinsdag 13 december 2011

BINNEN GEHAALD


Servische spar

Het tuincentum had een kerstboom voor mij gereserveerd. Deze week heb ik hem opgehaald. Het is niet een hele grote, maar wel mooi in de takken. Dat is belangrijk want er moeten echte kaarsjes in naast wat elektrische lampjes. Eerst had ik hem nog even in de tuin laten staan, maar kleinzoon wou even naar opa. Snel de boom in een pot gezet, aarde erbij en naar binnen er mee. Natuurlijk moest hij er even wat ballen in hangen en daarna chocolademelk met slagroom drinken. Een kerstboom koop ik altijd met kluit. Niet omdat ik hem weer in de tuin wil planten, maar omdat hij dan steviger in de pot staat. Dat terugplanten is ook eigenlijk onzin. Meestal gaan ze dood en bovendien wil ik een bloemen tuin en geen sparrenbos. Tegenwoordig zijn er meerdere soorten kerstbomen te koop. Was het in vroegere jaren altijd een spar ( Picea abies ), nu kunnen we kiezen. Echte Nordmannen schreeuwt dan het reclamebord. Dit zijn zilversparren ( Abies nordmanniana ). Een andere soort dus. Hij heeft stompe naalden die aan de onderzijde twee witte strepen hebben, huidmondstrepen zijn dat. Oorspronkelijk komt hij voor in de Kaukasus en Klein-Azie en wordt bij ons in bosverband gekweekt voor het hout. Geen kleine jongen, hij kan wel 30 meter hoog worden. Als kerstboom heeft hij het voordeel van de niet prikkende naalden en hij laat zijn naalden ook niet zou gauw vallen. Een ander kerstboom is de Servische spar ( Picea omorika ), afkomstig uit de Westelijke Balkan. Het is een echte spar met zachte, blauwgrijze naalden. Deze boom wordt veel in wat grotere tuinen en parken aangeplant. Ook deze spar groeit uit tot een hoge boom, maar wordt niet erg breed. Het is een hele sierlijke slanke spar. Een bijkomend voordeel is dat hij al op vrij jonge leeftijd kegeltjes draagt van zo'n 3 tot 6 cm. lang. Het naar binnenhalen van al dat groen stamt uit de tijd dat we nog wilde stammen waren, heidenen. Als de kortste nacht was geweest en de dagen weer gingen lengen werdt gevierd dat er weer nieuw leven aan kwam. De wereld werd weer groen, ging weer bloeien en vrucht dragen. En ook om de goden gunstig te stemmen werden de onderkomens versierd met groene takken en bessen. Rode hulstbessen en altijd groene bladeren. Aardig vind ik het dat dit gebruik in onze tijd nog altijd leeft, ondanks alle moeite van Bonifatius en de zijnen. Een goed voorbeeld van samengaan van leef-en geloof gewoonten.
Het lijkt me goed daar aan te denken nu de wereld steeds kleiner wordt en andere leef- en geloof gewoonten  met ons samen zijn!!

maandag 12 december 2011

VOLOP IN BLOEI

Je kunt wel zien dat het zacht weer is, zei een bezoeker, achter op de begraafplaats staat een struik in volle bloei. Dat hoort zo, zei ik hem, deze plant bloeit altijd in de wintermaanden. Vorig jaar had hij het niet gezien. Dat klopt, toen was het winter met sneeuw en vorst. Dan bevriezen de bloemen die open staan. De nog gesloten knoppen gaan wel weer open als het zachter wordt. Wat is dit voor struik? Het gaat hier om de Mahonia x media 'Winter Sun'. De naam is duidelijk, een echte winterbloeier. Eind oktober begint hij te bloeien en als er niet te veel vorst komt houdt hij dat vol tot na de kerst. Het x-je voor zijn naam betekend dat het een kruising is van twee soorten. De ene heet Mahonia japonica en de andere Mahonia lomariifolia. Het zijn alle twee groenblijvende struiken en afkomstig uit Oost-Azie. De japonica is een vroege voorjaarsbloeier en goed winterhard. De andere bloeit laat in de  herfst en in de winter, maar is niet winterhard. Door deze twee te kruisen ontstond een soort die in ons klimaat kan overleven. Alleen in strenge winters kan het gebeuren dat hele takken dood vriezen. Het is raadzaam te wachten met wegsnoeien van bevroren takken tot het eind van het voorjaar. Mijn ervaring is, dat soms op onverwachte plaatsen nieuwe uitspruitsels tevoorschijn komen.

zaterdag 10 december 2011

FILIGRAIN

Opklaringen, gauw even naar buiten. Het is fris zo, zonder jas. Toch maar aan doen. Toestel om de nek en kijken en weer kijken. Mooie blauwe lucht met kleine wolkjes waar de takken van al die geweldige bomen in 'mijn' achtertuin tegen af steken. Klik hier en klik daar, een gevallen tak op een grafsteen, een dramatisch stilleven net als de roos op een ander graf. Er is zoveel te zien en te fotograferen. Tot mijn vingers wat stijf worden van de kou, de zon weg zakt achter de huizen aan de overkant, ga ik naar binnen om te zien wat het geworden is. De keuze voor mijn blog valt op de uitgebloeide bloemscherm van de klimhortensia tegen de blauwe lucht. Een mooi filigrainwerkje van de kleine zaaddoosjes en een aantal verdorde steriele randbloempjes. Het is een mooie plant deze Hydrangea anomala ssp. petiolaris, afkomstig uit Oost-Azie en al sinds 1878 in cultuur in Europa. Een zelfhechtende klimmer, bloeiend in juni - juli en met goudgeel verkleurend blad in het najaar. Ideaal om een lelijke, blinde muur mee te laten begroeien. Met zijn artistiek gevormde takken een prima nestelplaats voor vogels. Tussen deze takken en hechtwortels verstoppen zich in de winter veel kleine beestjes zoals muggen, vliegen en spinnen. Mijn winterkoninkje weet ze echter wel te vinden en vult regelmatig zijn maagje met wat lekkere hapjes. Als dank laat hij dan een aardig liedje horen, vrolijkzwaaiend zijn staartje.

vrijdag 9 december 2011

GROEN EN ROOD

Ilex aquifolium 'Bacciflava'
Groen en rood, dat vind ik nou echte kerstkleuren. Zilver mag er ook nog wel bij en wat sneeuwwit. Dat moet genoeg zijn. Kom dan eens in de kerst uitstallingen waar dan ook. Het is kermis en kitsch, sorry voor de mensen die het wel leuk vinden, maar 't is niet mijn smaak. Nee, dan het groen en de rode bessen van de hulst ( Ilex aquifolium ) dat brengt mij pas in de stemming. Waarom we dat doen, komt een volgende blog aan de orde. Nu wil ik het hebben over de hulst. Vraag iemand een tekening te maken en in te kleuren van een hulst en tien tegen een dat het groene blaadjes en rode besjes worden. Als we eens goed om ons heen kijken zien we dat er veel verschillende soorten, eigenlijk cultuurvarieteiten, zijn. De bonte hulst is wel bekend. Daar zijn echter al meer dan 20 vormen van te vinden, witbont of geelbont. Ook is er een hulst met geel blad gekweekt. Sommige vormen hebben scherp gestekelde bladeren, soms zelfs op de bovenkant van het blad. ( cv. 'Ferox' ) of vrijwel zonder stekels ( cv. 'J.C. van Tol' ). Op kwekerijen, in plantsoenen en parken, maar ook in de natuur komen planten voor met gele bessen ( Ilex aquifolium 'Bacciflava' ). Zelfs oranje-gele bessen komen voor ( I.a. 'Fructu Aurantiaco' ). Soms zien we bij de bloemist ook kale takken met rode bessen. Hebben ze daar de stekelige bladeren afgehaald? Nee, dit is een andere soort, bladverliezend wel te verstaan. Het is Ilex verticillata uit Centraal- en Oostelijk Noord-Amerika. Een wel heel ander soort is de Ilex crenata, de Japanse Hulst. Dit is een breed groeiende, niet zo hoog wordende, groenblijvende soort. Hiervan worden ook al weer vele vormen gekweekt, met groene, gele of bonte blaadjes. Kleine blaadjes van 1 tot 3 cm. lang zonder stekels. Als er besjes aankomen, zijn ze zwart en niet erg talrijk. Naast deze soorten worden nog tal van andere soorten gekweekt, maar die laat ik nu maar even buiten beschouwing.

Ilex crenata


dinsdag 6 december 2011

ZOETE GEUREN

Wat is het nou, herfst, winter of voorjaar? Na de mooie vliegenzwam vliegen me vandaag de hagelstenen om de oren. De weg ziet wit en het is even spekglad. Mijn roodborstje heeft een goed heenkomen gezocht in de beukenheg en de heggenmusjes zitten ergens tussen de klimop. Na de hagelbui komt even de zon er door. Gauw naar buiten om nog wat voer op de voedertafel te leggen. Ook in het kleine hangende voederhuisje wat zonnepitten doen voor de kool- en pimpelmeesjes. Tussen de deels afgestorven vaste planten zie ik al wat groene punten van de crocusjes omhoog komen. Een zoet geurend vleugje doet mij om kijken. Tussen de nog groene blaadjes van de Lonicera purpusii zijn al een aantal bloemetjes open gegaan. Dit is een zogenaamde struikvormige kamperfoelie. Het is een kruising van twee soorten te weten, Lonicera fragrantissima en Lonicera standishii beide afkomstig uit China. Rond 1920 is hij in Duitsland ontdekt en in cultuur genomen. Het wordt een vrij brede struik, is half groenblijvend met heerlijk geurende bloemen. Vaak begint hij al in januari te bloeien, een echte winterbloeier dus. In koude winters stopt hij even om daarna als het iets warmer wordt weer door te gaan met bloeien. Soms houdt hij dat vol tot in maart. Op warme zonnige dagen in februari of maart wordt hij druk bezocht door bijen en hommels. Dat heeft tot gevolg dat er later rode besjes verschijnen vaak twee aan twee. Jammer genoeg zie je hem weinig in tuinen en openbaar groen. Vreemd eigenlijk, want het is gemakkelijke plant, sterk en goed te stekken of af te leggen. Ik geniet er al jaren van.

zondag 4 december 2011

SINT OF SPILLEBEEN?


Vliegenzwam in de herfstzon

De goedheiligman is weer in het land. Het hele weekend is de wit bebaarde oudere jongere druk bezig geweest. Bijgestaan door een schimmel en een legertje helpers ging hij over daken in weer en wind. December is het dus, en de winter is in aantocht. Streng zal die worden volgens sommige brood etende profeten. Niets is er nog van te merken. Overal bloeien nog bloemen, sommige gevederde vriendjes  laten geregeld een gezellig deuntje horen. Zelfs een merel zat in de heg zachtjes wat te oefenen. Het lijkt wel of alles wat in de war is. Hoewel, de bomen zijn kaal en het blad is daar waar nodig, opgeruimd. Een wazig zonnetje schijnt deze zondagmorgen. Even een frisse neus halen en kijken of er wat leuke foto's gemaakt kunnen worden. Verdorrend blad aan een afstervende stengel in mooie grijstinten, grillige takvormen en mooi gekleurde en gevormde boomschors. Door de regen van de afgelopen nacht is het mos lekker frisgroen met hier en daar nog een in de zon schitterend regendropje. Fijne zachte kleuren op dit uur van de dag. Ineens valt mijn oog op een helder in de zon staand geval. Het is een vliegenzwam! Vlak er naast staat er nog eentje, net boven de grond gekomen. Ik zei het al, het lijkt allemaal wat in de war te zijn. Wat de toekomst ons nog brengt zullen we moeten afwachten, maar nu is het nog gewoon een heerlijke herfstige zondagmorgen.