vrijdag 2 september 2011

TEGEN DE VERDRUKKING IN

Wij zijn toch netjes? Alles moet zijn zoals wij dat willen. Al wat groeit waar wij het niet willen hebben moet uitgeroeid. Gelukkig doen we dat steeds minder met gif. Er wordt veel geschoffeld en gewied. Bewerkelijk, maar voor onze gezondheid zeker veel beter. Er zijn echter ook plaatsen waar de schoffel het niet redt. Dat zijn de straten en pleinen. Daar dulden wij absoluut geen groen. Regelmatig kun je dan ook mensen bezig zien met een krabbertje op hun oprit, het groen tussen de klinkers weg halen. Ze zouden een medaille moeten krijgen. Maar wegen en pleinen door mensen met een krabbertje laten doen? Dat gaat natuurlijk te ver. Gelukkig zijn daarvoor machienes bedacht, onkruidborstels en onkruidbranders. In vaste regelmaat komen ze langs. Doch het groen kruipt waar het niet gaan kan. In de uitgeborstelde naden tussen klinkers en tegels zijn ze veilig voor diezelfde borstels en de vlammen van de brander kan ze net niet bereiken. Steken ze de kop boven de verharding, dan is het zo gebeurd, maar uit het hart lopen ze snel weer uit. Onkruid vergaat niet! Liggend vetmuur, rode schijnspurrie en straatliefdegras, ze krijgen op hun donder, maar o, wonder, na een weekje staan ze al weer lustig te bloeien. Ook mossen voelen zich thuis in deze naden en kieren. Een daarvan is het landvorkje ( Riccia glauca ) Dit plantje hoort tot de groep van levermossen. Slechts 2 mm. hoog groeit het plat tegen de grond gedrukt in deze naden. Dan maar weer aan het krabben, borstelen en branden? Niet nodig, je zal er niet over struikelen of uitglijden. Laat dat kleine groene grut maar gaan en sta eens stil. Hurk neer en verwonder je slechts.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten